Twee Koninkrijken - 1

Veel Christenen werden misleid door te geloven dat zij op een of andere manier de koninkrijken van de wereld konden “bekeren” om koninkrijken van God te worden. In de loop van de tijd hebben ze hun energie en hoop gestoken in het brengen van het Koninkrijk van God door meer invloed te gaan uitoefenen op de regering, ten einde deze regering te transformeren.  Sommigen geloven zelfs dat Jezus zal terugkeren op het ogenblik dat we de wereld hebben getransformeerd en het duizendjarig Koninkrijk tot stand is gekomen.
Dit veronderstelt dat het Koninkrijk van God een betere versie is van ons veredeld aards koninkrijk. Maar wat zegt de Bijbel hierover? 

Een eerste vermelding in de Bijbel over het onderwerp is dikwijls zeer betekenisvol om dit onderwerp te begrijpen. De eerste vermelding van het woord “koninkrijk” is in Genesis 10:10 waar staat over Nimrod: “En het begin van zijn koninkrijk was Babel”. Het was in Babel dat de toren werd gebouwd met de bedoeling hem tot aan de Hemel te laten raken en tot vandaag blijft dit het voornaamste voorbeeld van de trots, zelfgenoegzaamheid en rebellie van het mensdom tegen God.  Babel was de voorloper en het beeld van Babylon, het valse wereldsysteem en wereldreligie, wat het domein is van de Antichrist (Open. 17 & 18). Het was in Babel dat God scheiding bracht tussen de naties en hun rebellerende eenheid verbrak.

Verder is het merkwaardig en betekenisvol dat het word “koninkrijk” voor het laatste wordt vermeld in Openbaring 17:17 waar staat dat de wereldheersers bezig zijn “dit eensgezind te doen en hun koningschap aan het beest te geven“ ”. Hierdoor is de wereldse cirkel opnieuw rond waardoor ze opnieuw verenigd zijn tegen God en opnieuw Babel/Babylon stichten.

Het feit dat het eerste en de laatste aanhaling van het woord “koninkrijk” verwijzen naar het valse wereldsysteem, wat  verenigd is in zijn verwerping van God, en beiden het hebben over hetgeen door de mens is gemaakt met de nadruk op mens en niet op God, is niet toevallig. Bij definitie is elk koninkrijk dat door de mens is gemaakt anti-God en anti-Christus.  De koninkrijken van deze wereld waren nooit, ze zijn niet en ze zullen nooit Gods Koninkrijk zijn. Ze hebben een andere koning, andere inwoners, functioneren door andere principes en hebben andere doeleinden.

Toen Satan Jezus beproefde toen voerde hij “Hem op een hoogte en toonde Hem al de koninkrijken der wereld in een ogenblik tijds. En de duivel zeide tot Hem: U zal ik al deze macht geven, want zij is mij overgegeven, en ik geef haar wie ik wil.” (Luc. 4:5-6). Jezus ontkende niet dat dit in de macht van de Duivel lag en dus bevestigde Hij dat de koninkrijken van de wereld inderdaad aan de Duivel toe behoorden. Er zijn vele theorieën over hoe en wanneer de Duivel hen toeëigende, maar het feit blijft bestaan dat hij ze kan weggeven.  Verschillende keren verwijst Jezus naar de Duivel als “de overste dezer wereld” (Joh. 12:31, 14:30, 16:11), hiermee Satans heerschappij op aarde bevestigend.

Veel Christenen hebben het gevoel dat vele dingen zijn veranderd na het Kruis en dat de koninkrijken van de wereld nu onder Gods controle liggen. Maar Paulus (na het Kruis) refereert steeds naar de Satan als: “de god dezer eeuw” (2Kor. 4:4).  Johannes (ook na het Kruis) stelt empathisch dat  “de gehele wereld in het boze ligt ” (1Joh. 5:19). Dus de Duivel is duidelijk diegene die de wereld, zijn systemen en zijn regeringen onder controle heeft. Romeinen 13 zegt dat autoriteiten door God zijn aangesteld en dat ze Gods dienaars en ministers zijn. Dit wil niet zeggen dat ze goddelijk zijn, het is duidelijk dat ze dat niet zijn. Niettemin gebruikt God hen om Zijn doelen te bereiken (Open. 7:17).

Op geen enkel ogenblik worden de koninkrijken van God opgenomen in het Koninkrijk van God. Er bestaat geen enkel Schriftgegeven om de populaire misvatting te steunen. De koninkrijken van deze wereld zijn zo slecht dat ze volledig vernietigd zijn (Daniël 2 en Openbaring 18) en ze zullen vervangen worden door Gods Koninkrijk. Dit zal God zelf doen en niet enig mens of de gemeente. “Maar in de dagen van die koningen zal de God des hemels een koninkrijk oprichten, dat in eeuwigheid niet zal ten gronde gaan, en waarvan de heerschappij op geen ander volk meer zal overgaan: het zal al die koninkrijken verbrijzelen en daaraan een einde maken, maar zelf zal het bestaan in eeuwigheid.” (Dan. 2:44). (Zie ook Openbaring 18 en 19).

Net zoals vele Christenen vandaag  begrepen de discipelen van Jezus het verschil niet tussen Gods Koninkrijk en politieke koninkrijken. Ze dachten dat Jezus zijn volgelingen zou doen opgaan in de wereldse koninkrijken en alzo Zijn Koninkrijk zou stichten. Maar als antwoord op deze veronderstellingen zei Jezus klaar en duidelijk tot hen: “Want zie, het koninkrijk Gods is bij u” (Luc. 17:21). Met andere woorden Zijn Koninkrijk is geestelijk en is in de harten van Zijn volk, terwijl de aardse koninkrijken politiek zijn met fysieke grenzen. (Zijn Koninkrijk zal uiteindelijk een fysiek koninkrijk worden, gekend als het Duizendjarig Koninkrijk, maar zoals reeds gezegd komt dat door een geweldige gebeurtenis wanneer Hij Zijn Koninkrijk vestigt).

Wanneer Pilatus Jezus ondervroeg naar Zijn Koninkrijk, verklaarde Jezus onverwijlds : “Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld” (Joh. 18:36). Duidelijker kan niet. Jezus is inderdaad een koning en Hij heeft een koninkrijk, maar het is niet van deze wereld. De god en heerser van deze wereld en zijn koninkrijken is Satan. Deze twee koninkrijken kunnen niet overlappen, ze kunnen niet in elkaar opgaan en de ene kan niet de andere worden. Ze zijn volledig verschillend in substantie en hebben verschillende koningen.

Deze twee koninkrijken hebben verschillende bestemmingen. Het koninkrijk van Satan zal vernietigd worden. Dit betekent dat zijn heerser, al zijn systemen alsook al zijn bewoners vernietigd zullen worden. Het heeft geen toekomst.  Ongeacht wat de mens ook doet  met het bouwen van torens, hiërarchien  en keizerrijken tot aan de hemelen, ze zullen vernietigd worden en tot niets worden teruggebracht, net als Nimrods Babel.

Gods Koninkrijk evenwel is een eeuwig koninkrijk. “en Zijn koningschap zal geen einde nemen” (Luc. 1:33) en “Uw troon, o God, is in alle eeuwigheid” (Hebr. 1:8). Het zal nooit vernietigd worden en de poorten van de hel zullen er niet tegen bestand zijn.

Wanneer Mozes opgroeide aan het hof van Egypte, leek Egypte een onverwoestbaar wereldrijk. Er kwam geen einde aan zijn macht, rijdom en invloed. Egypte, en later Babylon, Griekenland en Rome, waren echte wereldrijken, groter dan enige moderne natie.  Egypte’s kennis, kunst, engineering en politieke macht waren duizelingwekkend in hun schittering in zoverre dat we, duizenden jaren later, nog steeds verbaasd staan over hun heerlijkheid.

Wanneer God begon te spreken met Mozes over een groter Koninkrijk, wat enkel in de verre toekomst kon worden waargenomen,  kon men verwachten dat Mozes aan Gods beloften dacht in termen van een verheerlijkt Egypte. God had uiteindelijk Egypte al eerder gebruikt om de wereld te redden (van de hongersnood)!  Misschien kunnen we Mozes verontschuldigen mocht hij aan het Koninkrijk hebben gedacht in termen van Canaän, maar hij keek verder dan dat, naar een “hemels vaderland” (Hebr.11:16).

Toen Mozes uiteindelijk een keuze moest maken, heeft hij “de smaad van Christus groter rijkdom geacht dan de schatten van Egypte, want hij hield de blik gericht op de vergelding. Door het geloof heeft hij Egypte verlaten, zonder de toorn des konings te duchten. Want hij bleef standvastig, als ziende de Onzienlijke.” (Hebr.11:26-27).

Indien Mozes de onzichtbare Koning zag achter de glorie van de Farao, en indien hij zijn stem uitbracht op de Eeuwige, hoe komt het dan dat zovele Christenen hun hoop gericht houden op het verkeerde koninkrijk?  (Wordt vervolgd)